Blij?!
…uw woord is mijn muziek:
Mijn God, ik hoor u dag en nacht.
Uw woord vergeet ik niet.
Uw woord is waar, Uw woord dat ik
Zo zuinig heb bewaard
Het mooiste dat ik ken, mijn God:
Ik houd mij aan uw woord.
Ik bid. Ik wacht uw glimlach af.
want uw belofte staat (…)
Het beste voor de wereld, Heer:
Uw liefde en uw wet.
Ik heb het goed: ik heb uw woord,
Zoals u hebt beloofd. (…)
Met uw wet bezig zijn is mijn
lievelingstijdverdrijf:
uw woord helpt mij vooruit, terwijl
de vijand achterblijft (…)
Uw woord is zachte zoetigheid
die zo naar binnen glijdt. (…)
Geen woord teveel,
Houdt mij aan uw Woord,
Geen woord teveel
Ik houdt mij aan uw Woord
Wat denk je nu?
Zou je het zelf kunnen zingen zó dat je het meent?
Ben je blij met het Woord van God? Met de Bijbel! Echt blij! Vanuit je tenen! Of zie je jezelf dit nog niet zo zeggen: het mooiste dat ik ken, lievelingstijdverdrijf, zachte zoetigheid die zo naar binnen glijdt.
Het past niet bij de verlegenheid die je onder ons nog al eens hoort:
het Woord geeft ons eens schuldgevoel: ik kom er niet aan toe, verlegen maakt het mij, ik kan het niet begrijpen.
Denk je dan: wie zegt dat nou zo? Lievelingstijdverdrijf en zachte zoetigheid die zo naar binnen glijdt. Was ’t maar zo!
Wie dat zegt? Nou de dichter van psalm 119! Dit is een berijming van die psalm. Moet je eens lezen, dat liegt er niet om hoor! ’t Is even volhouden, maar dan ontdek je dat hij verslingerd is aan het de wet van God (aan het Woord). Als echte Jood is hij er zo vol van dat hij overloopt van blijdschap. Voor zijn gevoel heeft hij zijn leven er aan te danken.
Dat staat waarschijnlijk vér af van de meesten van ons. Het is één van de belemmeringen die wij voelen: niet alleen onze cultuur zit ons soms in de weg (denk aan vorige week!), maar ook de cultuur van de Bijbel staat soms ver bij ons vandaan. En dat kan een ook drempel voor je zijn.
Dan lees je de Bijbel, maar herken je niet wat er staat.
Dan denk je: zó blij kan ik niet zijn met dat Woord, dus dan kan ik dat ook niet meemaken als ik Psalm 119 lees of zing of Psalm 19 (we zullen die straks nog zingen): ‘die wet is ’t hoogste goed/ meer kostelijk en zoet dan ’t edelst van de honing; begeerlijker dan goud/ blijft dit ons laatst behoud, het Woord van onze Koning (19,4 berijmd).
Toch hoor je dat zonder reserve in de Joodse cultuur.
Simchat Torah
Die vreugde over de Wet (het Woord) van God is nog altijd in de Joodse cultuur terug te vinden. Ze hebben er zelfs een feest aan gewijd. Eén keer in het jaar – dit jaar was dit in het weekend van 9-11 oktober, afgelopen weekend dus- vieren de Joodse gemeenschappen over de hele wereld het feest Simchat Torah: ‘de vreugde der wet’.
Dit is het uitbundige slot van Sukkot - het Loofhuttenfeest – een echt feest met dansen en muziek waarbij jong en oud, tot de opperrabijn aan toe vanuit de synagoge de straat op dansen. Met in hun armen de Torahrollen, die ze aan elkaar doorgeven. En dat is nog al wat, als je bedenkt dat die rollen als zeer heilig worden beschouwd. En het hele jaar met de grootste eerbied behandeld worden. Geen mens die er dan mee zou durven dansen. Maar op die ene dag, op Simchat Torah sluiten ze die heilige rollen in hun armen en dansen ze er mee rond. Helemaal in vervoering. Tot zeven keer een grote ronde aan toe. Dat kan een hele tijd duren.
Voor de kinderen zijn er snoepjes en koekjes en voor de volwassenen zijn er drankjes en hapjes
Het feest cirkelt om de Torah – de vijf boeken van Mozes- op deze feestelijke dag wordt het laatste deel van Deuteronomium uitgelezen en het eerste van Genesis gelezen, als begin van de jaarlijkse lezing van de Torah. Het is een feestelijk moment; je zou het kunnen vergelijken –voor de lezers onder ons- met het bitterzoete gevoel als een je een mooi boek uit hebt. Op Simchat beleven ze dat en beginnen ze gelijk weer opnieuw zodat de eeuwigdurende cirkel van het lezen van de Torah nooit verbroken wordt.
De vraag is: hoe komen die Joden toch zo blij met de Torah, met het Woord? Vaak staan wij er veel ingehoudener, zelfs een beetje verlegen en ook veel plichtmatiger tegenover.
Is er iets wat wij van hen kunnen leren?
1e….nooit los van God!
Er is vanuit de Joodse cultuur meer over die blijdschap te zeggen. Daarvoor gaan we naar een voor de Joden heel centrale tekst: Deut 6, 4-9. Sjema Israël, Hoor Israël, het begin van onze tekst. Iedere Jood kent dat uit zijn/haar hoofd. Het is de meest centrale geloofsbelijdenis van de Joden. Je hoort hem in iedere synagogedienst: Sjema Israel, Ado-nai Elo-hénoe, Ado-nai echád. Hij hoort thuis in ieder ochtend- en avond-gebed en klinkt op de belangrijke momenten in het jaar, bijv. op Jom Kippoer (Grote Verzoendag). Binnen het Joodse geloof een zeer centrale tekst. Vandaar dat hij ook terug te vinden is, in de mezoeza aan deurposten en in de tefillim (de gebedsriemen) op voorhoofd en armen.
Om nooit te vergeten!
Eén van de eerste dingen die het sjema je leert is dat het niet in de eerste plaats om de wet, of breder om de Bijbel, gaat, maar dat het allemaal eerst om God draait!
Luister, Israël: de HEER, onze God, de HEER is de enige!
Het gaat niet om de Torah op zich (de Bijbel op zich) het gaat om de Heer God die daar spreekt. Hij is de enige staat er, je mag dat begrijpen als: Hij is uniek. Niemand is zoals Hij. Hij is anders dan allen die zich god noemen of die anderen god noemen. Anders dan de grillige Egyptische goden, die de Farao en zijn volk niet hadden kunnen redden, is God de Here betrouwbaar en sterk. Anders dan de grillige geldgod en de vluchtige god van de roem, is onze Heer liefdevol en staan zijn beloften wel voor altijd vast. Bij Hem raak je niet in één nacht je spaartegoed kwijt! Dat is nou onze Heer!
Op Hem kun je bouwen. En die betrouwbare God geeft zijn volk zijn geboden. Als je dat weet zou je er dan niet blij mee zijn. Wat als het van Hem komt dan betekent dat echt wat! Dan kun je er blij mee zijn. Als het van Hem komt wel!
Dat zag onze Heer Jezus ook zo: toen ze Hem vroegen: ‘wat is het belangrijkste gebod?’ Toen citeerde hij het sjema. Als je het leest in versie van Marcus (12, 29-31), kun je zien hoe Hij het sjema helemaal compleet citeert. Ook Hij maakt ons duidelijk dat dit het belangrijkste gebod is, samen met dat om onze naaste lief te hebben als onszelf.
Als je dat met ons vergelijkt, steken wij er vaak anders in. We zien allereerst de Bijbel en ik krijg de indruk dat onze Heer wat schuil gaat achter die Bijbel. Wij vinden Hem niet zo in die woorden. En wij zijn veel functionelere mensen. Van die mensen die zich vooral afvragen: én werkt het? En als het niet werkt dan zoeken we wat anders.
Maar een Jood gaat heel anders met de Bijbel om. Al heeft hij er eerst niets aan, het is het Woord van die unieke God de Heer. Dat moet wat te betekenen hebben. En dus stort hij zich met verdubbelde energie op die tekst om de achter te komen wat die Geweldige God tot hem te zeggen heeft.
Want het is het heilige Woord van God voor ons. De Joden maken erg veel werk van de studie van de Torah. Niet omdat ze het bijvoorbaat zo toegankelijk en prettig boek vinden, maar omdat God tot hen spreekt met die woorden!
Proef je het verschil. Het Oude Volk ziet de Bijbel in het licht van God de Gever, hun Redder. Vooral omdat die van God komt, zijn ze er blij mee! Kijk eens wat wij gekregen hebben! Als je de Bijbel zo kunt zien, als een kado van God voor ons. Dan wil je weten wat Hij voor je ingepakt heeft. Want de Heer is toch uniek! Hij is onze Redder! Misschien moeten wij voor onszelf het sjema ook vaker zeggen: in de versie die de Heer ons leerde:
"Luister, Israël! De Heer, onze God, is uniek;
Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht." (Mar 12:29-30 NBV)
En dan gaan bijbellezen
Dan kunnen we meezingen het de psalmdichter:
Uw woord vergeet ik niet.
Uw woord is waar, Uw woord dat ik
Zo zuinig heb bewaard
Het mooiste dat ik ken, mijn God: - want het komt van U!
Ik houd mij aan uw woord.
Ik bid. Ik wacht uw glimlach af.
want uw belofte staat (…)
Het beste voor de wereld, Heer:
Uw liefde en uw wet – want het komt van U!
2e … raak er mee vertrouwd
Er gebeurde nog iets in de Joodse traditie. Laat ik dat illustreren met een voorbeeld:
Toen onze kinderen klein waren, wilden ze graag voorgelezen worden.
Dat vond ik wel leuk om die ademloze gezichtjes voor te lezen. Wat ik niet leuk vond dat ze altijd het zelfde verhaaltje wilden horen. Hoe bekender hoe beter. Hoe vaker hoe liever. Nóg een keer. Als ik het stiekem eens wat veranderde om het weer eens wat spannender voor mezelf te maken, merkten ze het onmiddellijk: dat staat er niet! Het moest hetzelfde, vertrouwde verhaal zijn.
Zo werkt het bij de Joden ook. Ze zorgen dat ze vertrouwd worden met het Woord van God. Door het te leren. Ze hebben de tekst in 7-9 letterlijk opgevat. Joodse kinderen moeten nog steeds grote delen van de Torah uit hun hoofd kennen. Daar zijn ze intens mee bezig. Zodat de woorden van God niet alleen papier zijn maar in het hart gegrift (Jer. 31). En deze teksten dragen ze overal met zich mee: ze zitten in de doosjes van de gebedsriemen die ze dragen , in de doosjes aan de deur (mezoeza) tot aan de poorten aan toe.
Wie wel eens in Jeruzalem is geweest ziet zelf grote roestige ijzeren kokers aan de poorten zitten. De geboden krijgen letterlijk plaats in het leven van elke dag. Je kunt er gewoon niet niet aan denken. Dat garandeert ook niet alles: want in de geschiedenis van Israël zijn er ook perioden geweest dat ze de wet helemaal kwijt waren. Maar toch het helpt wel.
Weer iets dat je van ze kunt leren. Geef het Woord plaats in je leven, zodat je er steeds aan herinnerd wordt. Wat dat betreft zijn die wandbordjes van onze grootouders eigenlijk een heel mooie gewoonte. Zo vergeet je sommige teksten nooit meer
Je zou eens een belangrijke tekst uit kunnen printen en aan de muur hangen. Zo dat je hem steeds voor ogen hebt. En als je ze leert, reizen ze met je mee in je hart. Misschien eerst nog helemaal niet zo begrepen, maar dat komt met de tijd wel. Het is een woord van God onze Redder, dus heeft het vast waarde. Daar kom je bijna altijd achter.
Broers en zussen, we moeten misschien iets minder kinderen van onze tijd zijn. Als je alleen dat nog doet waar je van te voren van kunt inschatten dat het werkt, wordt je nooit meer verrast.
Laten we leren blij te zijn met God en dan ook met zijn Woord. In die volgorde Niet omdat we het allemaal al begrepen hebben. Ook niet omdat het al voor ons werkt, maar omdat het van onze Heer en God komt. Onze lieve God, die zijn Zoon voor ons overhad. Zou zijn Woord dan waardeloos zijn?
Uw woord is zachte zoetigheid
die zo naar binnen glijdt. (…)
Geen woord teveel,
Houdt mij aan uw Woord,
Geen woord teveel
Ik houdt mij aan uw Woord
Amen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten