1. Mal 3:23-24 Voordat de dag van de HEER aanbreekt, die groot is en ontzagwekkend, stuur ik jullie de profeet Elia,
En hij zal ervoor zorgen dat ouders zich verzoenen met hun kinderen en kinderen zich verzoenen met hun ouders. Anders zou ik het land volledig moeten vernietigen.
De aankondiging van Gabriël is bijna een letterlijk citaat van deze tekst uit Maleachi. Opvallend dat zowel hij als de Heer Jezus geen moeite hebben met het feit dat Elia voor ons Johannes heet. (Lees daarvoor: Mat 11, 7-15)
2. Lukas 1, 39-45 Het bezoek van Maria aan Elisabet en de vervulling van de aankondiging van Gabriël dat de Heilige Geest op Johannes terwijl hij nog in de schoot van zijn moeder was. NB Heel bijzonder de Heilige Geest rustte in deze periode alleen maar op speciaal gezalfde personen en dan ontvingen die altijd ver na hun geboorte. Johannes al vóór zijn geboorte.
3. Luk 1,57-80 De afloop van onze geschiedenis. De geboorte van Johannes. Mooi om lezen dat het voor Zacharias na al die maanden dan toch nog tot een positieve reactie komt: een lofzang. Zo zie je maar dat hij zijn kans nog krijgt.
Gespreksvraag voor thuis
Hoe groot is je geloof in de praktijk? Of anders gevraagd op een schaal 1-10, hoe is je geloof het best te typeren:
dagelijkse gewoonte (zonder heel grote verwachtingen) - 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 - rekening houdend met grote veranderingen (vol verwachting)
zondag 29 november 2009
1e Advent: het versleten geloof van Zacharias (Lukas 1,1-25)
Lukas 1,1-25 – preek – 29-11-2009
De samenvatting van de preek vind je hier
De presentatie bij de preek vind je hier
Verwachting?
Eerste Adventszondag alweer, de eerste voor Kerst 2009. Broers en zussen, de tijd vliegt.
Wat doet het je? Jullie begrijpen wel dat het me niet om de boom, de kaarsjes en het eten gaat! Da’s heel gezellig, hoor. Maar hier in de kerk wil ik je vragen: wat doet de boodschap van Kerst je?
Je Heer is hier op aarde geweest en Hij kan elk moment terugkomen.
Zijn Geest bereid ons voor op zijn komst: het Koninkrijk nadert zijn voltooiing.
Wat doet het Kerstfeest met je? Verfrist het je geloof? Sta je er na die tijd weer wat sterker in je schoenen? Wat betekent het Kerstfeest voor een gelovige?
Daarom wil ik jullie vragen, je eens te verplaatsen in deze geschiedenis. In oom Zacharias en tante Elisabet. Want op een bepaalde manier lijken ze ontzettend op ons, ze zijn immers onze geloofsfamilie.
Oom Zacharias en tante Elisabet
Ze waren al op leeftijd Zacharias en Elisabet. In hun stadje in Judea waren ze vooraanstaande gelovigen. Hij is priester en dus leraar in de stad, zij is zelfs nog van hogepriesterlijke komaf.
Voor het volk Israël is het een slechte tijd, het lukt steeds moeilijker om de geloofstraditie door te geven aan de volgende generatie. De levensstijl van de bezetters heeft al jaren veel invloed en in een razendsnel tempo groeien jongere maar ook oudere Israëlieten bij hun Joodse wortels vandaan.
Maar oom Zacharias en tante Elisabet zijn samen een sieraad voor het Joodse volk. Zelfs de van hun wortels losgeraakte Joden moeten dat erkennen. Ze kunnen zich geen vromer stel voorstellen.
Wil je begrijpen wat de bedoeling is van geloven, dan moet je op hen letten. Zij dragen dan ook de erenaam tsadikkim, rechtvaardigen. Dat betekent dat ze zowel van binnen als van buiten vroom en gelovig zijn (6). Echt en diep gemeend geloof, te zien aan hun nauwkeurige levensstijl.
Er was één diep verdriet: ze hadden nooit kinderen gekregen. En dat was meer dan alleen verdrietig: hun tijdgenoten beleefde dat als een straf van God. En al moest iedereen erkennen dat ze een inspirerend voorbeeld zijn, sommigen zullen daarom toch op hen neergekeken hebben [25].
De ontmoeting
Het lot brengt Zacharias naar een hoogtepunt in zijn loopbaan als priester. Dienstdoen in de tempel dat kwam meestal maar één keer in je leven voor. En dat je dan ook nog de taak krijgt het reukoffer op te dragen, in het heilige, vlak voor het heiligste waar het reukofferaltaar staat, dan is dat een grote eer, ook voor een priester. Met het reukoffer draag je het gebed voor het hele volk op, al de mensen bidden dat uur buiten met je mee. Dat moet voor de vrome Zacharias een grote eer zijn geweest.
Het wordt nog veel glorieuzer dan Zacharias ooit had kunnen bedenken: hij krijgt nl. ook antwoord op zijn gebed en hoe. Dat antwoord komt van Gabriël. Bij iedere vrome Jood schiet er dan een elektrische stroom door zijn ruggengraat. Los van de schrik Gabriël, dat is engel die Daniël antwoord op zijn gebed gaf, als het gaat om de redding van Israël. Gabriël is een belangrijke engel –boodschapper- van God zelf.
En hij brengt een boodschap die kollosaal is, helemaal voor een vrome Jood:
- Jullie krijgen toch nog een zoon
- hij zal veel afgedwaalde Israëlieten terug bij God brengen
- hij is niet alleen voor jullie een vreugde maar voor het hele volk
- ja hij is zelfs groot in de ogen van God (en dat zegt een engel)
- hij staat op één hoogte met de profeet Elisa: hij ontvangt de geest en kracht van Elia
- Ja hij is de door de profeet Maleachi beloofde Elia, die de Messias komt aankondigen (Mal. 4,5-6))
Dit is alles wat een vader en een vrome Jood het liefste wil horen, hierop wachtten hij nu al zo lang. Op een zoon en op de bevrijding door de Messias. Bij iedere besnijdenis zetten ze een lege stoel voor Elia neer. En met ieder Pesach een beker wijn. En dan nu: jouw zoon zal die Elia zijn, Zacharias. Dit is het geweldigste nieuws dat een vrome Jood als Zacharias kan krijgen
En de reactie van Zacharias is: ‘maar dat kan toch niet, daar zijn we veel te oud voor.’
Dat nou net de vrome Zacharias dat zegt…
Versleten geloof
Wat is er aan de hand met de rechtvaardige Zacharias?
Gabriël noemt het zelfs ongeloof! [20]
Maar hoe kan zoveel echte vroomheid samen gaan met ongeloof?
Dat het kan, zie je hier! Hoe het kan? Ik wil wel eens een poging doen.
Ach hoe was het gegaan met oom Zacharias en tante Elisabet. Een goed huwelijk uit die twee priesterfamilies. De verwachtingen waren wellicht groot. Een omvangrijk en bloeiend gezin en wat zou de priester Zacharias een goede invloed kunnen hebben op de geestelijke gezondheid van het volk. Ja, hij zou het verschil maken. Hij zou ze terugbrengen naar hun wortels.
Maar het was anders gegaan: kinderen bleven uit. Jaar op jaar. Ze hadden er intens voor gebeden. Maar op een gegeven moment geloofden ze er niet meer in: de biologie had hun gebeden ingehaald. Ook had Zacharias veel minder invloed op zijn stadsgenoten dan hij hoopte. Met lede ogen moest hij aanzien hoe veel te veel van hen het geloof van de vaderen de rug toekeerden om met Romeinse mode mee te gaan.
Samen met alle andere dingen die een mens zo meemaakt in het leven, was er ieder jaar een beetje meer van hun geloof afgesleten. Wat vroeger groot was in overtuiging, en fel en meeslepend in verwachting, was nu zo afgesleten dat het een stompje was in vergelijking met vroeger. Zo klein als dat stompje geloof was, was ook hun verwachting geworden. Ze rekenden er gewoon niet meer zo mee.
De grootse geschiedenissen over de God van Israël, die zijn volk verlost.
Het waren nu meer dierbare verhalen geworden en de belofte van de Messias werd een mooie gedachte, als dat toch eens waar zou zijn.
Hun geloof werd net zo gewoon als de potten en pannen op tafel en het bestek in de la. Iets alledaags dat je dierbaar is en echt bij je hoort en je niet meer zou willen missen. Maar waar je eigenlijk maar weinig meer van verwacht, omdat je nu wel weet wat je ervan kan verwachten. Laat ik maar zeggen: de dagelijkse realiteit is sterker dan je geloof. Als je een jongere met gloed hoort vertellen over haar geloof dan glimlach je wat. Je ziet jezelf weer zitten, toen jij zo oud was, maar jij bent inmiddels wijzer geworden.
En als zij grootste plannen hebben, probeer jij ze een beetje af te remmen.
Het onkruid op de akker
Even voor alle gevorderde gelovigen, gelovigen op leeftijd. Is dat het risico dat een gelovige mettertijd loopt?|| Dat je geloof zo afslijt in de stormen van je leven, dat je er in feite niet meer in gelooft. Het draait nog allemaal vooral om dierbaren gewoonten, je gebed, de lezing en liederen. Maar het is praktisch ongeloof, je houdt met meer eigenlijk geen rekening. Is dat het waar onze Heer voor waarschuwt in zijn ons bekende gelijkenis: 22 Het zaad dat tussen de distels is gezaaid, dat zijn zij die het woord horen, maar bij wie de zorg om het dagelijkse bestaan en de verleiding van de rijkdom het woord verstikken, zodat het zonder vrucht blijft. (Mat 13:22 NBV) De zorgen hebben het woord van het Koninkrijk gesmoord, het is op leven na dood. En daarom zegt Zacharias nu op dit glorieuze moment:
‘maar dat kan toch niet, daar zijn we veel te oud voor.’
Gabriël gooit de ramen open
De engel Gabriël zet voor Zacharias de zaak weer in perspectief.
Hij wijst hem niet af! Zacharias krijgt een nieuwe kans!
Zacharias jouw dierbare geloofsgewoonten, die gaan over echte werkelijkheid.: groots, meeslepend en wereldveranderend.
De engel schudt Zacharias wakker: weet je wel wie ik ben, ik ben Gabriël.
Ik stond net nog bij Gods troon. Hij Zelf heeft me naar je toegestuurd met dit goede nieuws. En jij reageert: ‘dat kan toch niet?’
Deze Heer heeft al je gebeden verhoord, er is geen ervan vergeten.
Nou houdt je vast Zacharias: je gaat nog meemaken hoe waar en wereldveranderend je geloof is: mijn woorden zullen in vervulling gaan of jij het nou gelooft of niet [20]. Pas als Zacharias leert lofzingen zal hij weer kunnen praten [63v]. Dat is de juiste reactie die had hij moeten geven
Zo leren we nog iets over onze God en zijn engelen. Hij kent ons veel beter dan wij ons zelf vaak kennen. Hij maakt wat er gebeurt gelukkig niet allemaal afhankelijk van de grootte van ons geloof. Ook zonder dat Zacharias het eerst kan geloven wordt Johannes geboren. Gelukkig wel.
en daarna Jezus onze Heer en Verlosser. En net zo zeker zal Hij ook weer terugkomen. Dat is niet afhankelijk van ons geloof. Wel heeft dat betekenis voor hoe je Hem dan ontmoet.
Daarom begint Lukas zijn evangelie zo indrukwekkend (monumentaal gebouw): Teofilus je hoeft hier niet aan te twijfelen. Dit een nauwkeurig verslag, gebaseerd op de officiële ooggetuigenverslagen. Je hebt hier met betrouwbare gegevens te maken.
Verwachting
Broers en zussen, misschien het allermeest jullie die al een tijdje onderweg zijn in jullie geloof. Wat verwachten jullie nog van je geloof? Wat is het meer: een dierbare gewoonte of een felle verwachting?
Is het in de praktijk ongeloof, of verwacht je echt wat ons beloofd is.
En houdt je daar voortdurend rekening mee.
Die verwachting zal veel uitmaken voor hoe je dit Kerstfeest viert.
Kom je er weer sterker uit, vol goed moed voor een nieuw jaar.
Hoop je op grootste dingen voor ons gemeente. Voor jezelf
Wij krijgen Gods nieuws, wij net zoals Zacharias… Vandaag opnieuw!
En God wil ons graag wakker schudden, net als Zacharias.
En als je nu ontdekt dat je niet wakker was, je kan altijd opnieuw beginnen.
Laten wij niet verleren er veel van te verwachten
Want net zoals onze Heer toen, is Hij nu op weg terug te komen.
Dat is toch reden voor een groots Kerstfeest, Amen
zondag 1 november 2009
Thema 5. Teksten voor thuis!
1. Luk 16,19-31 De rijke man en Lazarus. Dat de Emmaüsgangers hun Heer Jezus niet herkennen is voor ons moeilijk te begrijpen de tekst wijst ons er op dat dit ook door hun zelf kwam. Hun eigen ideeën maakten hen blind, als de Heer Jezus ze er de lijn van de bijbelse profetieën voor in de plaats geeft, gaan hun de ogen pas open, Ook in Lukas 16 lezen hoe belangrijk het is te luisteren naar de lijn van de bijbelse boodschap. Je ziet het bij wijze van spreken letterlijk waar worden in het leven van de Emmaüsgangers: "Als ze niet naar Mozes en de profeten luisteren, zullen ze zich ook niet laten overtuigen als er iemand uit de dood opstaat."' (Luk 16:31 NBV)
2. Hebr. 1,1-4 Vanaf het moment dat de Heer Jezus op aarde komt, neemt Hij het woord. En zijn onderwijs kijken we opnieuw terug het Oude Testament in en vooruit de toekomst (het NT) in. Goed je te realiseren dat je geen bijbelteksten moet lezen zonder de Heer Jezus (niet zijn zonder zijn Geest, niet zonder het besef van zijn komst en de betekenis die dat voor ons heeft)
3. Joh 14, 15-26 Ieder van ons zou wel een graag met de Heer Jezus oplopen en uitleg kijgen. Wij lezen over Hem dat Hij aan de rechterhand van zijn Vader zit en vandaar terug komt. Maar vanaf die plaats helpt ons ons persoonlijk door zijn Geest.
2. Hebr. 1,1-4 Vanaf het moment dat de Heer Jezus op aarde komt, neemt Hij het woord. En zijn onderwijs kijken we opnieuw terug het Oude Testament in en vooruit de toekomst (het NT) in. Goed je te realiseren dat je geen bijbelteksten moet lezen zonder de Heer Jezus (niet zijn zonder zijn Geest, niet zonder het besef van zijn komst en de betekenis die dat voor ons heeft)
3. Joh 14, 15-26 Ieder van ons zou wel een graag met de Heer Jezus oplopen en uitleg kijgen. Wij lezen over Hem dat Hij aan de rechterhand van zijn Vader zit en vandaar terug komt. Maar vanaf die plaats helpt ons ons persoonlijk door zijn Geest.
Thema 5: Brandende harten?!
Luk 24, 13-35
Doop: Nick Boonzaijer en Daniël Peelen
Mist
De herfst heeft meer kanten. Een mooie en een mistige.
Afgelopen week heb ik me verwonderd over de prachtige herfstkleuren. De najaarszon zet de bomen nog één keer in de spotlights. Daarna vallen hun bladeren af en zijn ze rijp voor de winter.
Maar je hebt ook van die morgens –da’s de andere kant van de herfst- dat je de mist in fietst en alles dezelfde grauwwitte kleur krijgt. Als de mist over de bomen ligt, kun je je nauwelijks nog voorstellen dat ze ooit die mooie kleur gehad hebben. De mist moffelt alles weg onder dezelfde grauwe deken. Je hebt alleen nog een flauwe herinnering aan hun schoonheid en kleur.
Twee weken geleden hebben we het– in het kader van ons jaarthema en Israëlzondag- gehad over Simchat Torah, de vreugde van de Wet. We maakten kennis met de intense blijheid waarmee de Joden hun feest vieren om de Wet heen.
Misschien kunnen wij onze verlegenheid met de Bijbel overwinnen, als we net als zij doen, zeiden we toen, God vooropzetten en vertrouwd proberen te raken met zijn woorden. Blij zijn met het Woord omdat het van Hem, onze unieke reddende God, komt (zie hiervoor hieronder Thema 4: Blij met het Woord!).
Deze week las ik een mail van iemand die over die preek schreef: Hoe kunnen we nu blij zijn vanuit onze tenen? Waarom zouden we het zo graag willen begrijpen? Hoe kunnen we Hem lief hebben? Ik denk, dat je het goed benoemd hebt, dat we dat bij God moeten zoeken. Je geeft terecht aan: God is er al. Toch loop ik tegen het volgende probleem aan:
Ik sprak iemand, die echt bezig wil zijn in zijn gemeente, hij leest en bidt. Maar toch voelt hij die belemmeringen, die jij benoemde. Hij wil dat feest wel beleven, maar komt niet verder (althans zo lijkt het) En dat hebben velen van ons en ik zelf soms ook. Je kunt je afvragen: stort ik me genoeg op het woord?
Volgens zijn woorden blijft de Bijbelse cultuur voor ons op afstand. Zelfs al zetten we God voorop. Er hangt vaak een grauwe mist tussen hun blijde feest rondom de Wet en onze werkelijkheid met de Bijbel. We hebben een vermoeden van een vrolijk feest en het verlangen er naar, maar ervaren het zelf niet zo.
Niet alleen onze cultuur , maar ook de vreemdheid van de bijbelse cultuur en de ontoegankelijkheid van ons eigen hart kan een probleem zijn in ons Bijbellezen. Hadden we het in preek 3 vooral over onze cultuur (Waar kijken we naar. Thema 3: Kijk naar het Koninkrijk! ), in preek 4 vooral over de bijbelse cultuur (het feest), nu in de vijfde preek hebben we het vooral over de toegankelijk van ons eigen hart. Of beter over de ontoegankelijkheid ervan. In het beeld van de gelijkenis van de zaaier, werken we vandaag langs de weg, waar de grond zo hard is dat het zaad van het Koninkrijk op de oppervlakte blijft liggen. Wat is dat toch met ons?
Emmaüs
De kloof tussen mensen en het boodschap van God is niet typisch iets van onze tijd. Je zou het soms wel denken als je zo om je heen kijkt. Ik hoor mensen dat ook wel zo zeggen. De laatste tientallen jaren zijn er immers massa’s mensen van de Bijbel vervreemd. Tenminste in ons deel van de wereld. Toch blijkt dit – ik bedoel de kloof tussen de bijbelse boodschap en de mensen- in de tijd van de Heer Jezus ook al voor te komen. Zelfs bij zijn eigen leerlingen.
De ontoegankelijk van ons menselijke hart is geen moderne modegril! Ze is gegeven met ons mens-zijn. Het komt daarom in elke tijd voor! Bij alle mensen! Het hoeft ons dus niet verwonderen dat wij er ook last van hebben. Net zoals de eerste leerlingen van onze Heer Jezus.
We ontmoeten twee discipelen op weg naar het dorpje Emmaüs, op de dag van de opstanding. Een feestdag voor christenen van alle tijden, maar zij zijn niet blij, zij lopen zich somber over de weg. Diep teleurgesteld, zo lezen we, in hun Machtige Messias: Jezus van Nazareth. Waarom? En waarom nou net op deze dag?
Hij is dood, lezen we, gedood door de vijanden die Hij als Hij de Messias was juist had moeten verslaan. Ja maar, er gaan toch geruchten over zijn opstanding? Jawel, die hadden ze ook gehoord, maar er was alleen een leeg graf, geen levende Jezus.
Nou net op de dag van zijn opstanding betreuren discipelen van de Messias zijn dood! Kan het nog gekker! Maar kennen zij de belofte van de opstanding dan niet? O ja, zij kennen Mozes en profeten wel en zeer waarschijnlijk weten ze ook wat de Heer Jezus beloofd heeft: ‘op de derde dag zal de Messias uit de dood opstaan (46)’. Ze hebben het er tenminste over dat het ‘al de derde dag is’ (21).
Maar zij zitten voor deze boodschap op slot. ‘Hun blik werd vertroebeld (16) staat er.
Hier lezen we ook hoe de Heer Jezus met hun ontoegankelijke harten omgaat! Hij komt Persoonlijk naar ze toe. Wel humoristisch, zijn discipelen betreuren mismoedig de dood van de Messias en dan gaat Hij zelf naast hen lopen: springlevend! Maar zij zien het niet. En als dat nog niet genoeg is, spreekt Hij hen aan en laat Hij ze woord voor woord het hele verhaal vertellen…, hij vraagt zo dat de bittere teleurstelling er tot op de laatste druppel uitkomt. Hij laat toe dat Kleopas tegen Hem zegt: “bent U dan de enige vreemdeling in Jeruzalem die niet weet wat daar deze dagen gebeurd is?” (18) Stel je nou eens voor! Als Kleopas geweten had tegen Wie hij dat zei! Hier leert de Heer Jezus ons met een knipoog iets over onszelf.
Hoe slecht wij uit onszelf in staat zijn de werkelijkheid om ons heen te beoordelen. Wij zijn niet zelden stekeblind voor wat er om ons heen gebeurt. Voor wat de Heer doet!
Als zijn aanwezigheid en zijn stem nog niet genoeg zijn, begint de Heer hen terecht te wijzen. Stevig terecht te wijzen: zijn jullie nu zo dwaas en traag van begrip, dat niet tot jullie doordringt wat er in de Schriften staat? (25)
Hun eigen idee over de Messias zat hen kennelijk in de weg. De Messias moest in hun voorstelling zo sterk op koning David lijken -een overwinnende generaal aan het hoofd van zijn leger die alle vijanden het land Israël uitjaagt- dat de woorden van Mozes, de Profeten, ja zelfs die van de Heer Jezus zelf over de Messias niet tot hen doordringen. En ze zeggen toch zelf dat Hij machtig kon spreken (19). Maar zelfs dat machtige Woord van de Heer Jezus is ook nu nog niet genoeg voor hen. Ze staan in vuur en vlam, maar ze herkennen Hem niet.
Dat zegt veel over de ontoegankelijkheid van ons mensenhart. Hoe taai de oppervlakte van ons hart is. Sommige boodschappen willen er kennelijk niet in! Niet de boodschap is onduidelijk, ons hart is hard.
Wat er nu eenmaal inzit zit erg vast, en een nieuwe boodschap komt er bijna niet in.
Het doet me denken aan de verhalen die je kunt lezen over Nazi’s in WO II. Velen werkten mee in de doodseskaders die hele Joodse gemeenschappen uitmoordden. Afschuwelijke taferelen waren het. Ze werkten er toch aan mee. Niet omdat ze bang waren voor hun eigen leven. Je was niet verplicht hieraan mee te werken en je kon –zo heeft historisch onderzoek laten zien- gemakkelijk overplaatsing aanvragen, zonder dat dit gevolgen voor je had. Toch deden velen dat niet. Ze werkten vrijwillig mee, omdat ze er van overtuigd waren dat ze hier goed aan deden. Ze waren zo gehersenspoeld dat ze na de oorlog nog jaren gedeprogrammeerd moesten worden. Pas na jaren konden ze inzien wat ze gedaan hadden.
Ook hier duurt het ook nog een hele tijd voordat het tot die discipelen doordringt wat deze vreemdeling zegt en dat ze Hem herkennen als hun opgestane Messias. Ze moeten gedeprogrammeerd worden.
En de Heer Jezus stelt zich niet aan hen voor: ‘kijk een Ik ben het’. Hij wil dat ze het zelf zien.
Mooi!, op het moment dat ze samen de maaltijd beginnen (het breken van het brood). De avondmaaltijd die Hij zelf zo sterk verbonden heeft met zijn offer voor ons. Pas op dat moment zien ze het.
M.a.w. jullie hebben Mij nodig.
Conclusie: de Schrift is op zich zelf niet sterk genoeg om tot ons door te dringen. Op zich bestaat de boodschap uit dode letters. Inktvlekken op papier, noemde iemand ze. Pas als de Heer ons te hulp komt dan gaan onze harten branden en onze ogen open: en gaat de boodschap voor ons leven. Dat is voor ons nog net zo, als voor zijn eerste discipelen
Als de Heer Jezus bij het woord komt trekt de mist in ons hart op en kunnen we pas zien (2x)
De praktijk
Wat heb je hier nu aan in de praktijk van elke dag? Wat moet je dan doen? Hoe komt de Heer Jezus er dan bij?
1. Niet wachten tot Jezus komt
Realiseer je dat Hij al gekomen is. D.w.z. Hij is aanwezig in jullie levens. De meesten hier dragen zijn naam. Niet alleen Nick en Daniel zijn immers gedoopt.
We noemen ons ook naar Hem: christenen! Realiseer je dat Hij al in je leven –in ons leven- gekomen is. En dat de God de Vader ons nu via Hem aanspreekt:
In de Hebreeënbrief staat:
Op velerlei wijzen en langs velerlei wegen heeft God in het verleden tot de voorouders gesproken door de profeten, 2 Maar nu de tijd ten einde loopt heeft hij tot ons gesproken door zijn Zoon, die hij heeft aangewezen als enig erfgenaam en door wie hij de wereld heeft geschapen. 3 In hem schittert Gods luister, hij is zijn evenbeeld, hij schraagt de schepping met zijn machtig woord; hij heeft, na de reiniging van de zonden te hebben voltrokken, plaatsgenomen aan de rechterzijde van Gods hemelse majesteit, 4 Ver verheven boven de engelen omdat hij een eerbiedwaardiger naam heeft ontvangen dan zij. (Heb 1:1-4 NBV)
Dat is onze Heer Jezus, God spreekt via Hem.
Ik denk dat je er van uit mag gaan dat deze machtige zoon van God: machtig in Woord en werk ons net zo wil helpen als die twee leerlingen van Hem op weg naar Emmaüs. Daar mag je op rekenen. Betrek Hem er maar bij. En omdat Hij aan de rechterhand van God zit en hier niet Persoonlijk is, mag je je beroepen op zijn Geest: de heilige Geest die de Vader jullie namens mij zal zenden, zal jullie alles duidelijk maken en alles in herinnering brengen wat ik tegen jullie gezegd heb. (Joh 14:26 NBV)
Goede gewoonte: vraag de Heer maar om zijn Geest als je gaat lezen.
Maar ga nooit lezen zonder de Heer Jezus. Bidt Hem elke keer als je de Bijbel opent of Hij naast je wil komen lopen om je te onderwijzen.
Maar er is nog iets:
2. Realiseer je dat de hele Bijbel draait om de Heer Jezus
Hij komt maar niet voor een in stel losse Bijbelteksten. Het hele OT (én het hele NT) draait om de Heer Jezus. Het gaat om Hem in de Bijbel. Lees ieder bijbelgedeelte met in je achterhoofd de vraag: wat heeft dit met de Heer Jezus te maken? (vs. 27: wat er in al de Schriften over hem geschreven stond, (Luk 24:27 NBV)
Dan ontdek je in Genesis dat Adam, de eerste mens is die een betere opvolger gekregen heeft in de Heer Jezus. En dan lees je in Exodus over de verlossing uit Egypte als voorloper van de verlossing door de Heer Jezus. En dan zijn oordeelsprofetieën nooit hopeloos, omdat de Heer Jezus is komen helpen. Luther ontdekte het al: het draait in de Bijbel om Christus, de jongeren van BIC hebben het ervaren, een week geleden: als je het OT uit hebt, realiseer je jezelf pas hoe welkom de Heer Jezus is en hoe nodig. Het draait om de Heer Jezus!
Kortom, als de Geest van de Heer Jezus bij het woord komt gaan onze harten branden en onze ogen open. En ontdek je dat de mist optrekt.
Zoals je in de mist kunt wandelen en je voor je uit nog geen hand voor je ogen kunt zien, maar je, als je omhoog kijkt, in eens ontdekt dat de blauwe hemel vlak boven je is.
Zo dicht komt het woord van het Koninkrijk bij je als je de Heer Jezus erbij vraagt. Hij reist met je mee op en opent je hart en je ogen voor de boodschap, voor Hem.
Persoonlijk zorgt Hij voor ons
Zou je daar niet warm van worden? Amen.
Doop: Nick Boonzaijer en Daniël Peelen
Mist
De herfst heeft meer kanten. Een mooie en een mistige.
Afgelopen week heb ik me verwonderd over de prachtige herfstkleuren. De najaarszon zet de bomen nog één keer in de spotlights. Daarna vallen hun bladeren af en zijn ze rijp voor de winter.
Maar je hebt ook van die morgens –da’s de andere kant van de herfst- dat je de mist in fietst en alles dezelfde grauwwitte kleur krijgt. Als de mist over de bomen ligt, kun je je nauwelijks nog voorstellen dat ze ooit die mooie kleur gehad hebben. De mist moffelt alles weg onder dezelfde grauwe deken. Je hebt alleen nog een flauwe herinnering aan hun schoonheid en kleur.
Twee weken geleden hebben we het– in het kader van ons jaarthema en Israëlzondag- gehad over Simchat Torah, de vreugde van de Wet. We maakten kennis met de intense blijheid waarmee de Joden hun feest vieren om de Wet heen.
Misschien kunnen wij onze verlegenheid met de Bijbel overwinnen, als we net als zij doen, zeiden we toen, God vooropzetten en vertrouwd proberen te raken met zijn woorden. Blij zijn met het Woord omdat het van Hem, onze unieke reddende God, komt (zie hiervoor hieronder Thema 4: Blij met het Woord!).
Deze week las ik een mail van iemand die over die preek schreef: Hoe kunnen we nu blij zijn vanuit onze tenen? Waarom zouden we het zo graag willen begrijpen? Hoe kunnen we Hem lief hebben? Ik denk, dat je het goed benoemd hebt, dat we dat bij God moeten zoeken. Je geeft terecht aan: God is er al. Toch loop ik tegen het volgende probleem aan:
Ik sprak iemand, die echt bezig wil zijn in zijn gemeente, hij leest en bidt. Maar toch voelt hij die belemmeringen, die jij benoemde. Hij wil dat feest wel beleven, maar komt niet verder (althans zo lijkt het) En dat hebben velen van ons en ik zelf soms ook. Je kunt je afvragen: stort ik me genoeg op het woord?
Volgens zijn woorden blijft de Bijbelse cultuur voor ons op afstand. Zelfs al zetten we God voorop. Er hangt vaak een grauwe mist tussen hun blijde feest rondom de Wet en onze werkelijkheid met de Bijbel. We hebben een vermoeden van een vrolijk feest en het verlangen er naar, maar ervaren het zelf niet zo.
Niet alleen onze cultuur , maar ook de vreemdheid van de bijbelse cultuur en de ontoegankelijkheid van ons eigen hart kan een probleem zijn in ons Bijbellezen. Hadden we het in preek 3 vooral over onze cultuur (Waar kijken we naar. Thema 3: Kijk naar het Koninkrijk! ), in preek 4 vooral over de bijbelse cultuur (het feest), nu in de vijfde preek hebben we het vooral over de toegankelijk van ons eigen hart. Of beter over de ontoegankelijkheid ervan. In het beeld van de gelijkenis van de zaaier, werken we vandaag langs de weg, waar de grond zo hard is dat het zaad van het Koninkrijk op de oppervlakte blijft liggen. Wat is dat toch met ons?
Emmaüs
De kloof tussen mensen en het boodschap van God is niet typisch iets van onze tijd. Je zou het soms wel denken als je zo om je heen kijkt. Ik hoor mensen dat ook wel zo zeggen. De laatste tientallen jaren zijn er immers massa’s mensen van de Bijbel vervreemd. Tenminste in ons deel van de wereld. Toch blijkt dit – ik bedoel de kloof tussen de bijbelse boodschap en de mensen- in de tijd van de Heer Jezus ook al voor te komen. Zelfs bij zijn eigen leerlingen.
De ontoegankelijk van ons menselijke hart is geen moderne modegril! Ze is gegeven met ons mens-zijn. Het komt daarom in elke tijd voor! Bij alle mensen! Het hoeft ons dus niet verwonderen dat wij er ook last van hebben. Net zoals de eerste leerlingen van onze Heer Jezus.
We ontmoeten twee discipelen op weg naar het dorpje Emmaüs, op de dag van de opstanding. Een feestdag voor christenen van alle tijden, maar zij zijn niet blij, zij lopen zich somber over de weg. Diep teleurgesteld, zo lezen we, in hun Machtige Messias: Jezus van Nazareth. Waarom? En waarom nou net op deze dag?
Hij is dood, lezen we, gedood door de vijanden die Hij als Hij de Messias was juist had moeten verslaan. Ja maar, er gaan toch geruchten over zijn opstanding? Jawel, die hadden ze ook gehoord, maar er was alleen een leeg graf, geen levende Jezus.
Nou net op de dag van zijn opstanding betreuren discipelen van de Messias zijn dood! Kan het nog gekker! Maar kennen zij de belofte van de opstanding dan niet? O ja, zij kennen Mozes en profeten wel en zeer waarschijnlijk weten ze ook wat de Heer Jezus beloofd heeft: ‘op de derde dag zal de Messias uit de dood opstaan (46)’. Ze hebben het er tenminste over dat het ‘al de derde dag is’ (21).
Maar zij zitten voor deze boodschap op slot. ‘Hun blik werd vertroebeld (16) staat er.
Hier lezen we ook hoe de Heer Jezus met hun ontoegankelijke harten omgaat! Hij komt Persoonlijk naar ze toe. Wel humoristisch, zijn discipelen betreuren mismoedig de dood van de Messias en dan gaat Hij zelf naast hen lopen: springlevend! Maar zij zien het niet. En als dat nog niet genoeg is, spreekt Hij hen aan en laat Hij ze woord voor woord het hele verhaal vertellen…, hij vraagt zo dat de bittere teleurstelling er tot op de laatste druppel uitkomt. Hij laat toe dat Kleopas tegen Hem zegt: “bent U dan de enige vreemdeling in Jeruzalem die niet weet wat daar deze dagen gebeurd is?” (18) Stel je nou eens voor! Als Kleopas geweten had tegen Wie hij dat zei! Hier leert de Heer Jezus ons met een knipoog iets over onszelf.
Hoe slecht wij uit onszelf in staat zijn de werkelijkheid om ons heen te beoordelen. Wij zijn niet zelden stekeblind voor wat er om ons heen gebeurt. Voor wat de Heer doet!
Als zijn aanwezigheid en zijn stem nog niet genoeg zijn, begint de Heer hen terecht te wijzen. Stevig terecht te wijzen: zijn jullie nu zo dwaas en traag van begrip, dat niet tot jullie doordringt wat er in de Schriften staat? (25)
Hun eigen idee over de Messias zat hen kennelijk in de weg. De Messias moest in hun voorstelling zo sterk op koning David lijken -een overwinnende generaal aan het hoofd van zijn leger die alle vijanden het land Israël uitjaagt- dat de woorden van Mozes, de Profeten, ja zelfs die van de Heer Jezus zelf over de Messias niet tot hen doordringen. En ze zeggen toch zelf dat Hij machtig kon spreken (19). Maar zelfs dat machtige Woord van de Heer Jezus is ook nu nog niet genoeg voor hen. Ze staan in vuur en vlam, maar ze herkennen Hem niet.
Dat zegt veel over de ontoegankelijkheid van ons mensenhart. Hoe taai de oppervlakte van ons hart is. Sommige boodschappen willen er kennelijk niet in! Niet de boodschap is onduidelijk, ons hart is hard.
Wat er nu eenmaal inzit zit erg vast, en een nieuwe boodschap komt er bijna niet in.
Het doet me denken aan de verhalen die je kunt lezen over Nazi’s in WO II. Velen werkten mee in de doodseskaders die hele Joodse gemeenschappen uitmoordden. Afschuwelijke taferelen waren het. Ze werkten er toch aan mee. Niet omdat ze bang waren voor hun eigen leven. Je was niet verplicht hieraan mee te werken en je kon –zo heeft historisch onderzoek laten zien- gemakkelijk overplaatsing aanvragen, zonder dat dit gevolgen voor je had. Toch deden velen dat niet. Ze werkten vrijwillig mee, omdat ze er van overtuigd waren dat ze hier goed aan deden. Ze waren zo gehersenspoeld dat ze na de oorlog nog jaren gedeprogrammeerd moesten worden. Pas na jaren konden ze inzien wat ze gedaan hadden.
Ook hier duurt het ook nog een hele tijd voordat het tot die discipelen doordringt wat deze vreemdeling zegt en dat ze Hem herkennen als hun opgestane Messias. Ze moeten gedeprogrammeerd worden.
En de Heer Jezus stelt zich niet aan hen voor: ‘kijk een Ik ben het’. Hij wil dat ze het zelf zien.
Mooi!, op het moment dat ze samen de maaltijd beginnen (het breken van het brood). De avondmaaltijd die Hij zelf zo sterk verbonden heeft met zijn offer voor ons. Pas op dat moment zien ze het.
M.a.w. jullie hebben Mij nodig.
Conclusie: de Schrift is op zich zelf niet sterk genoeg om tot ons door te dringen. Op zich bestaat de boodschap uit dode letters. Inktvlekken op papier, noemde iemand ze. Pas als de Heer ons te hulp komt dan gaan onze harten branden en onze ogen open: en gaat de boodschap voor ons leven. Dat is voor ons nog net zo, als voor zijn eerste discipelen
Als de Heer Jezus bij het woord komt trekt de mist in ons hart op en kunnen we pas zien (2x)
De praktijk
Wat heb je hier nu aan in de praktijk van elke dag? Wat moet je dan doen? Hoe komt de Heer Jezus er dan bij?
1. Niet wachten tot Jezus komt
Realiseer je dat Hij al gekomen is. D.w.z. Hij is aanwezig in jullie levens. De meesten hier dragen zijn naam. Niet alleen Nick en Daniel zijn immers gedoopt.
We noemen ons ook naar Hem: christenen! Realiseer je dat Hij al in je leven –in ons leven- gekomen is. En dat de God de Vader ons nu via Hem aanspreekt:
In de Hebreeënbrief staat:
Op velerlei wijzen en langs velerlei wegen heeft God in het verleden tot de voorouders gesproken door de profeten, 2 Maar nu de tijd ten einde loopt heeft hij tot ons gesproken door zijn Zoon, die hij heeft aangewezen als enig erfgenaam en door wie hij de wereld heeft geschapen. 3 In hem schittert Gods luister, hij is zijn evenbeeld, hij schraagt de schepping met zijn machtig woord; hij heeft, na de reiniging van de zonden te hebben voltrokken, plaatsgenomen aan de rechterzijde van Gods hemelse majesteit, 4 Ver verheven boven de engelen omdat hij een eerbiedwaardiger naam heeft ontvangen dan zij. (Heb 1:1-4 NBV)
Dat is onze Heer Jezus, God spreekt via Hem.
Ik denk dat je er van uit mag gaan dat deze machtige zoon van God: machtig in Woord en werk ons net zo wil helpen als die twee leerlingen van Hem op weg naar Emmaüs. Daar mag je op rekenen. Betrek Hem er maar bij. En omdat Hij aan de rechterhand van God zit en hier niet Persoonlijk is, mag je je beroepen op zijn Geest: de heilige Geest die de Vader jullie namens mij zal zenden, zal jullie alles duidelijk maken en alles in herinnering brengen wat ik tegen jullie gezegd heb. (Joh 14:26 NBV)
Goede gewoonte: vraag de Heer maar om zijn Geest als je gaat lezen.
Maar ga nooit lezen zonder de Heer Jezus. Bidt Hem elke keer als je de Bijbel opent of Hij naast je wil komen lopen om je te onderwijzen.
Maar er is nog iets:
2. Realiseer je dat de hele Bijbel draait om de Heer Jezus
Hij komt maar niet voor een in stel losse Bijbelteksten. Het hele OT (én het hele NT) draait om de Heer Jezus. Het gaat om Hem in de Bijbel. Lees ieder bijbelgedeelte met in je achterhoofd de vraag: wat heeft dit met de Heer Jezus te maken? (vs. 27: wat er in al de Schriften over hem geschreven stond, (Luk 24:27 NBV)
Dan ontdek je in Genesis dat Adam, de eerste mens is die een betere opvolger gekregen heeft in de Heer Jezus. En dan lees je in Exodus over de verlossing uit Egypte als voorloper van de verlossing door de Heer Jezus. En dan zijn oordeelsprofetieën nooit hopeloos, omdat de Heer Jezus is komen helpen. Luther ontdekte het al: het draait in de Bijbel om Christus, de jongeren van BIC hebben het ervaren, een week geleden: als je het OT uit hebt, realiseer je jezelf pas hoe welkom de Heer Jezus is en hoe nodig. Het draait om de Heer Jezus!
Kortom, als de Geest van de Heer Jezus bij het woord komt gaan onze harten branden en onze ogen open. En ontdek je dat de mist optrekt.
Zoals je in de mist kunt wandelen en je voor je uit nog geen hand voor je ogen kunt zien, maar je, als je omhoog kijkt, in eens ontdekt dat de blauwe hemel vlak boven je is.
Zo dicht komt het woord van het Koninkrijk bij je als je de Heer Jezus erbij vraagt. Hij reist met je mee op en opent je hart en je ogen voor de boodschap, voor Hem.
Persoonlijk zorgt Hij voor ons
Zou je daar niet warm van worden? Amen.
Abonneren op:
Posts (Atom)